Net als in de akkerbouw is ook in de boomkwekerij het gebruik van groenbemesters in de afgelopen decennia sterk toegenomen. Onderzoek heeft laten zien dat de implementatie van groenbemesters kan leiden tot verminderde N input en uitspoeling, verbeterde bodemstructuur en toename van het percentage organische stof in de bodem. Groenbemesters hebben bovendien positieve effecten op de biodiversiteit van insecten en andere (micro) organismen. Er zijn soms echter ook zorgen over het inzetten van groenbemesters: verergeren groenbemesters wellicht de ondergrondse ziektedruk (aaltjes en bodemschimmels)? Of is de aanwezigheid van groenbemesters juist goed om de ‘good guys’ te boosten, zodat er een robuuster bodemleven ontstaat?

In 2019 is op een veld bij Arie v.d. Kolk een project van start gegaan om meer duidelijkheid te krijgen over het effect van groenbemesters op de aanwezigheid en de samenstelling van de populaties van bodempathogenen in de laanboomteelt, en speciaal die van Verticillium en aaltjes. Op een voormalig boomkwekerijperceel met een geschiedenis van Verticillium is na doodspuiten van de aanwezige vegetatie en grondbewerking een proefveld uitgezet met 6 behandelingen in 4 herhalingen (figuur 1). Van alle 24 deelveldjes zijn twee grondmonsters genomen, van de laag 0-30 cm en van de laag 30-60 cm. De hoeveelheid Verticillium (microsclerotien/10 gram) in deze monsters is bepaald door het laboratorium van Naktuinbouw (figuur 2).

Afbeelding 1: Opzet van het proefveld met de verdeling van de verschillende groenbemesters.
Afbeelding 2: Concentratie van V. dahliae (ms/gr grond) op 2 diepten in de sub-plots.

De teelt van de groenbemesters is door de droge zomer en de grote onkruiddruk niet goed gelukt. Daarom zullen de veldjes in 2020 opnieuw worden ingezaaid waarbij de Phacelia zal worden vervangen door Brassica juncea omdat daarvan meer effect wordt verwacht. De analyse van de grondmonsters gaf heel interessante resultaten; Verticillium blijkt ook in de diepere grondlaag in hoge concentraties aanwezig te kunnen zijn.

Het onderzoek wordt uitgevoerd door WUR en is tot nu toe financieel ondersteund vanuit de Greenport (Project van het Laanboompact). Vanaf dit jaar wordt het project nog 3 jaar voorgezet vanuit de Regeling Duurzaam Beheer van de Toplaag van de Provincie Gelderland. Daarnaast is dit experiment één van de veldlocaties in een groot PPS-project waarin voor verschillende sectoren (akkerbouw, vollegrondsgroente en laanbomen) wordt onderzocht wat het effect is van de teelt van groenbemesters op het bodemleven. Met behulp van zeer krachtige nieuwe DNA technieken worden bodemmonsters van alle locaties onderzocht op de samenstelling en activiteit van de verschillende groepen micro-organismen (“good guys” en “bad guys”) in de bodem.